Het zijn mijn kindjes, gewoon. Ik weet niet hoe ik het anders moet uitleggen. In het begin zijn ze zo helemaal klein en doorzichtig en als je er dan – zo, hup – een scheut water uit de gieter in gooit, ja. Dat overleven ze dan natuurlijk niet. Verzuipen ze gewoon. Dus daar heb ik dan dit speciale gietertje voor.
Heb ik hier de kornoeljes. Bij die moet altijd kalk. Heel belangrijk, kalk.
Madeliefjes. Mogen in de volle zon en de grond altijd vochtig houden. Je kan ze ook scheuren. Weten veel mensen niet. Dan krijg je allemaal kleine polletjes. Kijk. Maar dat zien we dan wel weer, als het er het seizoen voor is. Alles op zijn tijd, zeg ik altijd.
Dit is een kruisbladgentiaantje. Dat is mijn lievelings. Niet tegen de rest zeggen, hoor. Kom maar, liefje. Kijk die blaadjes. Ja, hè! Lekker moppie van me.
Nou. Begonia. Verbena. Spaanse margrietjes. Mooi, hè, allemaal? Tuinlobelia’s hebben hoge luchtvochtigheid nodig. En deze, Passiflora’s, zijn bodemvaag. Heb ik gelezen. Weet eigenlijk niet wat dat betekent.
Fuchsia’s heb ik in drie kleurtjes. En dan las ik dat de fuchsia’s terug van weggeweest zijn. Waar die dan heen waren? Dat vertellen ze er niet bij. Bij mij hebben ze gewoon altijd hier in de hoek gestaan, hoor. En hier ook kalk bij doen. Heel belangrijk. Kalk.
Vlijtige liesjes moeten in de schaduw. En regelmatig toppen door de oude bloemetjes te verwijderen voor de groei. Gaan we weekendje weg dan doen we er een schoteltje met water onder, want ze mogen nooit droog staan.
Nou hebben ze voorspeld dat er een heleboel plantjes gaan uitsterven. Heb ik zo mijn opvattingen over. Het is altíjd heet in de zomer. Wanneer was dat, Fred? Dat het zo heet was. Met die hitte. In ‘95 ofzo was het ook zo heet. Lang geleden alweer, eigenlijk.
Ik weet ook niet eens of het waar is wat ze zeggen. Misschien vertel ik het niet goed.