Sommige mannen bluffen zich erdoorheen. (En soms ook vrouwen, laten we wel wezen, maar vaker mannen, laten we weller wezen.) Ze bluffen zich door het leven, door ons leven. Blufferde bluf. Als ze niks hebben, niks kunnen. Als ze niks te melden hebben, melden ze een niksigheid. Want echt niks melden, in de zin van stilte, is geen optie. Dan zouden we het roodborstje horen zingen. De duiven paren. De vlieg zoemen. De hond, nou ja, de kuthond van de buren horen we altijd, dwars door alle niksigheden heen.
Alles gaat om het niks. Wie niks kan en niks heeft wint. Zulke mensen worden machtig. Mannen die bepalen. De mensen die het roodborstje horen zingen, de duiven horen paren, de vlieg horen zoemen, de kuthond horen blaffen, zij zijn het. Zij zijn machtig.
Ook al weten ze het niet.