Angst is een onderzeeër.
En vandaag wordt mijn angst weggesleept.
Naar Vlaardingen.
En nu vraag ik me van alles af.
Bijvoorbeeld: worden alle angsten naar Vlaardingen gebracht?
Of alleen de mijne?
Hoeveel angst is daar al?
En: is mijn angst straks weg?
Of alleen verder weg?
De angst ligt nu nog vlakbij.
Hoe die daar gekomen is, weet ik niet.
Maar het is er altijd.
Massief en zwart en roerloos.
Half weggedoken in het water.
Altijd wachtend.
In Vlaardingen wordt mijn angst uit elkaar gehaald.
Stukje voor stukje.
En van de honderden stukjes angst wordt iets nieuws gemaakt.
Een hek om de wolven buiten te houden.
Of lantaarnpalen voor langs een donkere weg.
Ik wou dat ik uit elkaar gehaald kon worden.
Stukje voor stukje.
En dat er ook van mij iets nieuws gemaakt werd.
Iets moedigers.
Iets stevigers.
Of misschien wordt mijn angst in Vlaardingen door iemand geadopteerd.
Een echte Vlaardinger.
Iemand die niet bang is voor wat zich schuilhoudt onder de oppervlakte.