de bloesem knispert
en het is warm en het is maart, ik had mijn zomerjas aan moeten trekken, of misschien wel helemaal geen jas, in iedere groenbak broeit een klein universum en ik ruik ze allemaal als ik naar het park loop, als ik met de hele wereld naar het park loop en in japan staan de kersenbomen in bloei.
hun gulzige insecten
zwermen rond de deksels, hopen op iets dat wordt weggegooid, en wij zwermen verder naar het park met zonnebrillen in ons haar en flesjes cola die lauw worden in linnen tasjes, bij de ingang staat een rij voor de viskraam, zolang je de lucht nog kunt ruiken tref je lege bakjes en vorkjes met saus aan in het gras en er wordt gefrisbeed en gevoetbald, er wordt gegrild op wegwerpbarbecues en er gaan steeds meer shirts uit en in japan staan de kersenbomen in bloei.
nog in diepe slaap
tref ik je aan, op een knalgele badhanddoek midden in het park, je bent weer begonnen met roken en je verbaast je over mijn jas, ik zeg iets over de tijd van het jaar en vraag me af waarom, niemand heeft zonnebrandcrème mee, we verbranden geleidelijk en in japan staan de kersenbomen in bloei.
door: Laurens van de Linde