Ik zet mijn leenstep tegen een lantaarnpaal en veeg het zweet van mijn voorhoofd. Het is de warmste zomer sinds de vorige warmste zomer sinds de vorige, en dat eigenlijk al zo’n twintig jaar op rij. Het went nog niet.
‘Hier, deze?’ wijst Tinus op een café met veel planten. Ik knik. Mijn broek plakt tegen mijn bovenbenen, ik hoop niet dat ze dat ziet. Zij ziet er nog fris uit, voor hoe oud ik haar schat, voor dit weer. We scannen onze codes aan de ingang en de deuren van het koelterras schuiven open.
‘Zo,’ zucht Tinus en ze pakt er een stoel bij. ‘Da’s beter.’
Het is zo’n tien graden kouder op het terras, alsnog kiezen we voor een tapbiertje op het menu. We betalen aan tafel, ik schuif mijn kaart over het vlak voor we daarover in discussie kunnen gaan.
‘Dankje,’ zegt ze met een dansje in haar stem, en het scherm meldt:
De bestelling komt er zo aan 🍻 🔜 :-)
‘Wist je dat Tinus een mannennaam was?’ vraag ik haar, en ik pak een bierviltje om mee te frummelen.
‘O ja?’
‘Vroeger toen er nog mannendingen waren, bedoel ik. Mannendingen, vrouwendingen, maar misschien is dat voor jouw tijd?’ Eigenlijk wil ik haar vragen hoe oud ze is, maar dat lijkt me onbeleefd zo op een date, misschien snapt ze de hint.
‘Nou, ik heb er wel over gehoord,’ zegt ze. Dus niet meegemaakt. Dat maakt haar… hooguit zestig? Vijfenzestig? Hoe lang geleden wás het ook weer?
Iemand verschijnt met het bier, pakt een extra bierviltje zodat ik met deze kan blijven frummelen. Ik knik vriendelijk. Een Chouffe en een Nopjesbier.
‘En jij?’ vraagt Tinus zodra de bediening weer weg is. Ze legt een hand op mijn arm, ik voel haar vingers tintelen op mijn huid.
‘En ik wat?’
‘Is het ook voor jóuw tijd?’
‘Ik zal je zeggen,’ en ik knipoog, dat gaat me soepel af, ‘ik ben zelfs nog in Nederland geboren.’
Ze stopt middenin een slok.
‘Néderland? Echt?’
Ik knik en tik met het bierviltje tegen de tafel.
‘Hè? Maar daar woont toch alleen maar data.’
‘Ik heb er nog op de crèche gezeten. De allerlaatste crèche van Nederland. Mijn ouders waren nogal…,’ ik zoek het woord, ‘standvastig? Conservatief, ook.’
‘Nederland, joh,’ zegt ze. ‘Met mensen erin.’
‘Jep.’
Ze fronst, onder de indruk. Wat zou ze denken? Dat ik er dan nog goed uitzie? Ik voel me plots oud, druk het gevoel weg achter een grote slok bier.
‘Weet je er nog veel van?’
‘Een paar dingen. De grachten. Er zijn foto’s van de protesten, ik op mijn ouders’ schouders met een spandoekje. En de school weet ik nog.’
‘Jeetje. Vertel eens?’
Ze leunt dichter naar me toe, aandacht in haar ogen. Ik leg het bierviltje plat op tafel, neem een slok, en vertel.