- (7 augustus)
‘Bloem begraven’
Denken aan de mogelijke betekenis van deze aantekening doet pijn aan mijn hoofd. Het is een gedachtegang die voortijdig vastloopt. De pijn doet mij denken aan gifjes die mensen op het internet zetten. Van die videofragmenten die constant herhalen maar die net te laat beginnen en net te vroeg stoppen, zodat ze geen natuurlijk begin of einde hebben. Bij het kijken naar die filmpjes ontstaat er een druk in mijn hoofd die met elke herhaling ondraaglijker wordt.
(19 augustus)
Een lijst met dingen die ik niet leuk vind:
‘Mensen die zeggen dat het creciendo gaat.
Mensen die puuzelen zeggen.
Ezelsoren in boeken.
Mensen die perfectemundo zeggen.
Mensen die patat per euro bestellen.
De knoflookpers.
Mensen die water op een afbakbroodje doen.
Mensen die budjet zeggen.
Een fiets die op de standaard staat en waarbij de voorkant van het voorwiel niet naar de kant van de standaard wijst.
Een teen die door een gat ik een sok steekt.
Het gebruik van het woord straat in milieustraat of teststraat.
Mensen die eet lekker zeggen.
De NS.
Mensen die Bert op z’n Nederlands uitspreken en Ernie op z’n Engels.
Of nog erger mensen die Ernie en Bert zeggen.
Onnodig of foutief gebruik van de ampersand.
Voeten die aan de onderkant onder de dekens vandaan komen (de zijkant is prima).’
(6 juli)
‘Je kunt wel tijdreizen, maar iedereen is hier.’
(20 augustus)
‘Altijd wanneer ik een sixpack bier heb: Ik pak telkens een blikje uit het plastic. Bij het vijfde biertje pak ik een blikje uit de verpakking dat ik meteen terugzet in de koelkast, dan loop ik met de rest naar de prullenbak waar ik het laatste biertje eruit haal en de verpakking weggooi, dan loop ik weg met mijn biertje.’
(23 augustus)
‘Als ergens staat dat planten veel water moeten hebben, dan is dat niet waar.’