1.
Het had een normale zomer moeten zijn. Buurtbarbecues en speurtochten en watergevechten op het recreatieveld achter de huizen, met af en toe voorbijtrekkende insectenwolken waardoor de grasvlakte tijdelijk zwart zou kleuren en gonzen.
In plaats daarvan komen er graafmachines. Een stoet van vier reuzen. Ze kruipen tussen de huizen door en blokkeren het zonlicht, waardoor onze woonkamer in de schaduw wordt gezet. We zitten op de bank en kunnen niet meer doen dan toekijken. Volgens Issey zijn de graafmachines oranje, maar in mijn ogen zijn ze toch echt geel.
2.
We vechten via een potje steen-papier-schaar. Issey’s steen verplettert mijn schaar, dus ik moet voorop lopen.
3.
Ze hebben het mozaïekpatroon aan donkere en lichte vierkantjes van groen uit het veld gewist. De boom met de schommel en het klimtouw zijn verdwenen. Een rij caravans op een bruine vlakte, precies zoals de krant heeft beschreven. Witte blokken, die lijken op te lichten in de schemer. Ze worden overzien door een bungalow met een puntdak en een schoorsteen. We liggen aan de overkant van het veld, onder de struiken. De ramen van de bungalow zijn net kleine tv-schermen. Een man en een vrouw lopen af en aan. Ze glijden uit zicht om vervolgens in een ander raam weer op te duiken.
4.
We vechten opnieuw, wat niet makkelijk is omdat we op onze buiken liggen. Deze keer doorklieft mijn schaar Issey’s papier.
‘We moeten dichterbij,’ zeg ik.
Issey drukt haar vingertoppen tegen elkaar, de nagels van haar linkerhand vlak onder de nagels van haar rechterhand.
‘Je hebt ze toch gezien?’ zegt ze. ‘Gewone mensen. Zoals pap en mam.’
‘Dat weet je niet.’
Donkere halve maantjes vuil komen onder Issey’s nagels vandaan. Ze schiet ze mijn kant op.
‘Ga dan. Ik blijf hier.’
5.
Het jonge stel verruilt binnenkort hun huurwoning in de stad voor een duurzame ‘prefab’ bungalow, ontworpen door niemand minder dan henzelf. Mike: “Het is geweldig om te zien hoe gezinnen hier samenkomen en genieten van het buitenleven.” “Absoluut”, valt Yarrow hem bij. “We hopen dat we deze gemeenschap iets unieks kunnen bieden.”
6.
Er hangt een klamboe over de veranda. Het spant zich uit over de ligstoelen en de plastic tuintafel, als een uit de hand gelopen spinnenweb. We lopen langzaam om de bungalow heen. Issey heeft een aantal takken van de struiken afgebroken, en houdt die als een boeket voor ons uit in het geval dat. De ramen staan op een kier. Ergens in de bungalow klinken hun stemmen. Ze lachen, lijken dichterbij te komen. Issey haakt haar arm om de mijne en draait zich om, trekt me mee, weg van de bungalow. Ik draai mijn hoofd om. Een benige arm duwt een van de ramen open en gooit iets naar buiten. Een schaduw dwarrelt naar beneden, zo klein dat het geen geluid maakt wanneer het de grond raakt.
Mei-yun Boswinkel