‘Vanaf nu laat ik je met rust,’ zegt Rikus. Hij staat heel awkward met een handje tulpen en een bossche bol bij Steef aan de deur. ‘Het was niet goed wat ik deed. Sorry dus daarvoor.’ Hij steekt de hand met de bossche bol onhandig naar voren zodat Steef ‘m kan aanpakken. Van de tulpen heeft hij spijt. Ze zijn schraal en staan nog helemaal in knop of hoe dat ook heet, in elk geval zijn het gewoon groene sprieten waar bovenin kleine streepjes rood te zien zijn. Maar vooral: jongens geven jongens geen bloemen. Een cadeaukaart was beter geweest, spotify of zalando of zo. Vijftien, twintig euro erop. Maar bloemen. Eigen schuld, denkt hij, dat komt ervan als je naar zo’n ouwe sjanker luistert. Al is dit verder wel een goed idee van de maatschappelijk werker, het voelt oké om het hoofdstuk af te sluiten, het heeft lang genoeg geduurd, tijd voor een frisse start, en voor Steef is het natuurlijk ook heel fijn. Man man man, wat heeft hij Steef ervan langs gegeven. Jarenlang. Z’n hand tussen de deur gehouden. Z’n kop in de plee gedrukt. En gewoon klassiek pootjehalen toen’ie een keer rende om op tijd bij scheikunde te zijn. Neus gebroken, bril kapot. Was wel lachen. Eerlijk is eerlijk. Maar voortaan niet meer dus. Ze zijn al zeventien.
En ondertussen maakt die Steef nog helemaal geen aanstalten om die bossche bol van hem aan te nemen, en dus benadrukt Rikus: ‘Pak dan’, maar nog steeds doet Steef niks. Hij staat daar maaar een beetje te staan, die lange deegsliert met z’n pluishaar en z’n domme dikke bril. Wat een lef heeft die jongen. Rikus is hier toch om het goed te maken? Helemaal aan de andere kant van het dorp waar hij gewoonlijk nog niet dood gevonden wil worden om z’n excuses aan te bieden. Hij voelt dat het bloed naar z’n wangen stijgt. ‘Pak dan aan man,’ zegt hij. En als Steef nog steeds niet beweegt, ziet hij geen andere keus dan de bossche bol in die smoel van ‘’m te duwen, en ‘m vervolgens eerst op de linker- dan op de rechterwang een tik met de fokking tulpen te geven. Dan draait hij zich om en loopt weg. De tulpen smijt’ie op het tuinpad.