‘En dan komen we bij het vijfde punt van de vergadering: de trainer. Wat doen we ermee?’
‘Hoe heet hij ook alweer?’
‘Puntje, puntje, Van Ravendorp.’
‘Paul!’
‘Nee, dat was de vorige.’
‘Harry?’
‘Wat was de doelstelling ook alweer?’
‘Sowieso rechterrijtje. Nee, linker. Ik bedoel linkerrijtje’
‘En nu staan we?’
‘In het verkeerde rijtje.’
‘En de supporters?’
‘Ja, die vinden het niks.’
‘Wat?’
‘Als hij blijft. De trainer. Paul.’
‘Harry.’
‘Wat kost het?’
‘Hoe bedoel je?’
‘Om hem te ontslaan. Kunnen we dat betalen? Ik kijk even naar onze financiële man.’
‘Het kan in principe wel.’
‘Maar dan moeten we ook nog een nieuwe.’
‘Wat kost dat?’
‘Wat?’
‘Een nieuwe.’
‘Ik kijk even naar onze financiële man.’
‘Het zou moeten kunnen.’
‘Zijn er kandidaten?’
‘Hoezo?’
‘Wie staan er op het lijstje?’
‘Roelof Steekstra.’
‘Wie is dat nou weer?’
‘Die staat op het lijstje.’
‘Te betalen?’
‘Ja.’
‘Oké, maar laten we nu even een keer niet te gehaast te werk gaan.’
‘Hoe bedoel je?’
‘Nou ja, bezint eer ge begint, je weet wel.’
‘Nee.’
‘Nou, als we die Steekstra aanstellen en we ontslaan hem over een paar maanden. Kunnen we dat dan betalen?’
‘Ik kijk even naar onze financiële man.’
‘Dat zou in principe moeten kunnen.’
‘Oké dat lijkt me een uitgemaakte zaak. Wie pakt het op? Bram?’
‘Klaar, volgende punt: de jeugdopleiding, handhaven of wegbegroten?’