“My friend, my friend. No problem. For you, special price”.
Ik ben voor drie weken op reis in Marokko en zit momenteel in Marrakech. Voor mijn hotel verkoopt een man schilderijtjes met quotes erop. ‘For you?’ vraagt hij, wijzend op een schilderijtje. Ik bedank hem vriendelijk en loop verder naar het Djemaa El Fna plein, het kloppend hart van deze levendige stad. Mijn hotel is om de hoek, dus het bekende en gigantische plein is momenteel mijn achtertuin. Ik ben hier omgedoopt tot De Grote Wandelende Portemonnee. Ik heb nog een poging gedaan om te blenden met de locals, maar mijn Arabisch en mijn Frans zijn te slecht, mijn kleren te Westers en mijn huid te wit. Dus ik accepteer mijn nieuwe bijnaam maar.
Op Djemaa El Fna gebeurt van alles en is het ’s avonds nog drukker dan overdag. Slangentemmers, dansende aapjes, waarzeggers, goochelaars, wonderdokters, traditionele live muziek, ontelbare souvenirkraampjes en nog meer eettentjes. Omdat ik De Grote Wandelende Portemonnee ben word ik van alle kanten aangesproken. Ik ben iedereens friend, brother of mate. Of ik ben, door mijn kapsel, Bruce Willis. Ik probeer vriendelijk te bedanken, maar ze zijn hier nog doortastender dan een boze Karen die de manager wilt spreken. Negeren werkt dus niet, waarop ik probeer uit te leggen dat het tegenwoordig wel meevalt met die Grote Wandelende Portemonnee. Dat ik met liefde hun speciale Marokkaanse sweets wil kopen, of een zonnebril, een smoothie, de BBQ-mix special of een shirtje van Ziyech of Hakimi. Maar dat dat helaas niet meer gaat. “Look I work in de Kunst & Cultuursector, and that is not a, how do you call, vetpot. It is not a grease pot being a writer’, zeg ik tegen het vrouwtje dat kralenkettingen verkoopt.
“My friend, you buy?”, vraagt de man die gepofte kastanjes verkoopt. Ik antwoord: ‘Well, you know Lowlands?! It is now 300 euro’s! Very expensive. And you know the price of pizza this year has gone up 17 percent? Even pizza’s, can you imagine?!”
Een jongen komt voor me staan, hij zal niet ouder dan twaalf zijn. Terwijl hij een bal hooghoudt jongleert hij met brandende kegels. Ik leg hem uit dat de gasprijzen enorm gestegen zijn, dus dat ik de kachel nu thuis gemiddeld anderhalve graad kouder moet doen. ‘And then I didn’t even tell you about the rent in Amsterdam. I mean, hou op met me’.
Terwijl een meisje een zelfgemaakt armband om mijn pols probeert te doen, vertel ik haar over mijn plaatselijke koffietentje. “You know how much a flat white is tegenwoordig in the centrum? You know havermelk? And don’t get me started on the IPA’s!’
Als ik terug naar het hotel loop, voel ik dat iemand aan mijn mouw trekt. Het is een vrouw. Ze ligt op een kleedje op de grond en heeft een baby in haar armen. Ik zeg dat ik graag zou willen geven, maar leg haar meteen uit over de supermarktprijzen. ‘Sorry but we got Albert Heijn, it is just not normal anymore.’
De vrouw met het kind kijkt me vragend aan.
‘Albert Heijn, you know it? It is a supermarket with everything and…’
Terwijl ik doorpraat, valt het kindje op haar borst in slaap. Ik loop verder naar mijn hotel. Voor de entree zit de man die schilderijtjes met quotes erop verkoopt nog steeds. Ik wil hem uitleggen over mijn OneFit abonnement. Maar dan valt mijn oog op een van de quotes.
“Le véritable voyage de découverte ne consiste pas à chercher de nouveaux paysages, mais à avoir de nouveaux yeux.”
‘C’est Proust’, zegt de man trots. Met mijn beste Frans probeer ik de zin te ontrafelen. ‘How much?’ vraag ik hem. De man glimlacht. ‘My friend. For you, it’s free’.