shortreads_

Iedere werkdag een kort verhaal over de actualiteit
Menu
  • Beginpagina
  • Auteurs
    • Anna van der Kruis
    • Anne Büdgen
    • Anne Lichthart
    • Dirk van Pelt
    • Elske van Lonkhuyzen
    • Jirke Poetijn
    • Laurens van de Linde
    • Lena Kurzen
    • Leon Brill
    • Manik Sarkar
    • Mariska Vollering
    • Marron Das
    • Max Hermens
    • Nicole Kaandorp
    • Renée Kapitein
    • Sara van Gennip
    • Stefan Popa
    • archief
      • Anne Broeksma
      • Annemarie de Gee
      • Bart Smout
      • Derk Fangman
      • Esther Porcelijn
      • Eva Gouda
      • Eva Kelder
      • Gijsje Kooter
      • Hanneke Hendrix
      • Inge Schilperoord
      • Joubert Pignon
      • Kira Wuck
      • Koen Caris
      • Lize Spit
      • Lucas de Waard
      • Matthijs Koevoets
      • Mariken Heitman
      • Martijn Simons
      • Michiel Stroink
      • Mijke Pol
      • Pascal Vanenburg
      • Sander van Leeuwen
      • Sylvia Hubers
      • Teddy Tops
  • Over shortreads_
Anne Broeksma
op 6 februari 2019
Deel dit verhaal

Poesiering

 

 

 

Amours portent mon cuer a mon ami.

Afgelopen september kwam deze regel bovendrijven in een anoniem veengebied rond Utrecht. Hij staat gegraveerd in een poëziering uit de vijftiende eeuw. Volgens volk van onder de rivieren betekent het:

Liefde voert mijn hart naar mijn lief.

Een poëziering? Ja. Posy, posie of poesie in oud-Engels. Het is de allereerste vondst van zo’n ring in Nederlandse bodem. Ze zijn goud en hebben een inscriptie. Mannen lieten ze tussen de 15e en 17e eeuw maken voor al dan niet veroverde vrouwen. Het dragen van de woorden op de huid versterkt de boodschap, als een soort tatoeage. En wie zelf geen groot dichter was, kon bij de edelsmid kiezen uit een boek vol zoete zinnen.

Op een Engelse website vind je de regels die al eens zijn aangetroffen. Mijn favoriet: ‘Of earthli joyse thou art my choys’. Sommige regels lijken rechtstreeks uit het post-#MeTootijdperk te komen: ‘After consent ever content’. En bij andere ringen zou ik de gever minstens wantrouwen: ‘You never knew a heart more true’ en ‘As God decreed soe wee agreed’, of keihard wegrennen: ‘Denial is Death’.

Maar, er is een probleem met de Utrechtse poëziering. Ami is mannelijk, de ring lijkt dus voor een man te zijn gemaakt. Dan moet de gever een vrouw zijn, al werden de ringen ook weleens gemaakt om vriendschappen te bevestigen. Of een vriendschap plus. Een ring om de liefde tussen twee Utrechtse mannen te bezegelen, zes eeuwen geleden! Dat zou fantastisch zijn.

En dan is er nog iets geks aan de hand, iets waarvan mijn hartslag omhoog gaat. Er staat een wit beest naast de tekst, met zwarte stippen op zijn rug en een hartje naast zijn snoet. Maar wélk dier is het? De geleerden twijfelen nu tussen een jachthond en een liefdespanter.

Jachthonden waren een symbool voor trouw. De eventuele hond loopt achter het hartje aan, dat zou kloppen met de tekst. De gever is een trouwe hond die achter zijn/haar hart aanloopt en uitkomt bij de geliefde. En die stippen: dalmatiërs werden blijkbaar in de vijftiende eeuw al in Nederland gehouden, het was zelfs een populair ras. Het kan.

De liefdespanter maakt het verhaal iets ingewikkelder. Die heeft niets te maken met de zeldzame amoerpanter uit oost-Rusland. Het is een beest uit een Henegouws verhaal uit begin 14e eeuw, geschreven door ene Nicole de Margival: Dit de la panthère d’amour.

Een dichter ziet in zijn droom een panter. De God van de Liefde komt erbij en fluistert hem in dat het de vrouw is die hij begeert. Hij gaat achter de panter aan, net als alle dieren in het bos. De panter heeft namelijk een heerlijk ruikende adem met helende krachten. Zij verstopt zich in de struiken en de dichter volgt. Oog in oog met de prachtige panter kan hij geen woord meer uitbrengen, in een reflex bespringt hij het beest. De panter ontkomt en de God van de Liefde legt op verzoek van de panter aan hem uit dat ze alleen voorzichtig, met mooie woorden gewonnen kan worden. Eenmaal ontwaakt uit de droom begint de dichter driftig te schrijven.

In middeleeuwse encyclopedieën, zoals bij Jacob van Maerlant, heeft de panter ook een welriekende adem, maar is hij minder vergevingsgezind. Wanneer de dieren hem gevolgd zijn naar zijn hol, verslindt hij ze als prooien. Niet gehinderd door kennis werd de panter soms afgebeeld met horens, vleugels of een slangenstaart. Maar de zwarte stippen zijn meestal wel aanwezig.

Zou dit een liefdesring onder voorwaarde zijn? Zou de vrouwelijke schenker de panter als waarschuwing naast haar liefdesverklaring hebben laten graveren? Ik volg mijn hart en kom uit bij jou, maar als je me bespringt ben ik weg, heel gauw. Zoiets? En waarom werd deze ring gevonden in het veen, zonder lichaam eraan? Waar is dat veenlijk? Je vraagt je af hoe die liefdesgeschiedenis is verlopen. Hoe lang is die man in bezit geweest van die poezenring voor hij de stad ontvluchtte en hem dramatisch van zich afwierp in de zodden? Als een panter tegen je praat doe je er verstandig aan te luisteren.

 

 


Over welk nieuws gaat dit?


Vorige verhaal
kind
Kind
Volgende verhaal
Een speciaal plekje

Over de auteur

Anne Broeksma

Anne Broeksma (1987) woont in Utrecht en schrijft gedichten en korte verhalen. In 2014 verscheen haar poëziedebuut Regen kosmos kamerplant bij uitgeverij Atlas Contact, waarvoor het ze het C.C.S. Crone stipendium ontving. Momenteel werkt ze aan de opvolger. Ze stond met haar poëzie op festivals als Crossing Border, Geen Daden Maar Woorden en Lowlands en heeft een fascinatie voor Scandinavië, absurdisme en eksters.



Ook van deze auteur

door Anne Broeksma
22 mei

PIER

4 Minutes Read
door Anne Broeksma
10 april

Wildverlangen

3 Minutes Read
door Anne Broeksma
20 maart

KOUDE KAT

4 Minutes Read