Omdat ik de supermarkt niet in mag – het is het ouderenuurtje en mijn bijna tweeëndertig herfsten maken me niet eens een grensgeval – zit ik op het bankje aan de overkant te wachten tot het uur voorbij is. Op dit bankje zitten normaal enkel ouderen, maar nu zij in de winkel zijn kan ik korte tijd van hun uitzicht genieten. Dames en heren die in en uit schuifelen, en sommigen zijn echt oud en anderen hebben het schuifelen gewoon goed onder de knie. De echte oudere herken je aan de oren. Oren liegen niet. Oren zijn gemaakt van kraakbeen, een materiaal met veel rek. Met de jaren gaat de elasticiteit verloren waardoor het oor groeit en groeit zonder dat er door het lichaam een groeiprikkel wordt afgegeven. Het is een schijngroei, maar evengoed een groei.
Ik had later naar de winkel kunnen gaan maar de buren hebben ruzie. Ze stampen erbij op mijn plafond, het zijn de bovenburen, en ze schreeuwen elkaar doof in een taal die ik niet kan verstaan maar de kat kennelijk wel. Hij heeft een tijdje naar het plafond zitten staren en is toen naar buiten gevlucht, ik heb zijn voorbeeld gevolgd.
Hier schuifelt iemand iets over Jan des Bouvrie die dood is terwijl hij niet zó oud was. Iemand anders schuifelt iets over Trump die voor zover wij weten niet dood is, al is het scenario wel door zijn hoofd gegaan. Inmiddels zit hij in het ziekenhuis krassen te zetten op witte vellen, wat maar weer eens inzichtelijk maakt dat hij niet eens probeert de kiezers te laten denken dat hij ze serieus neemt. Ook heeft hij zich in een auto laten hijsen om wat naar diezelfde kiezers te kunnen zwaaien. Mogelijk heeft hij daarbij twee andere inzittenden besmet en als dat zo is dan is dat wat het is: een dure verkiezingscampagne.