2019
De choreografe heeft haar naar het festival gehaald om deel te nemen aan haar performance. Ze wil een ander perspectief tonen. Omdat ze vindt dat het een gemis is als je de wereld maar door één paar ogen kan bekijken. Omdat ze het als misvatting ziet dat alleen een perfect getraind lichaam een waardevolle plek kan innemen op een podium. Als armoedig dat niemand lijkt te begrijpen dat juist haar lijf, een lijf dat anders is, ons iets kan geven. Laten voelen.
Het publiek zit op de grond, verdeeld over de ruimte. Het luistert. Ze zegt dat ze altijd zorg nodig heeft. Dat ze heeft moeten leren om zich over te geven aan de handen van een ander. Ze tonen een blauwe en een roze spons die traag over haar benen glijdt, benen die haar gewicht nooit zullen kunnen dragen, over haar armen, waarmee ze deze handeling nooit uit zal kunnen voeren, die een kort moment uit het zicht verdwijnt in de holte van haar oksels.
Het brengt mijn buurman naar het sterfbed van zijn moeder. Mij naar een lang vergeten vrijpartij. Het brengt ons allemaal ergens anders naartoe en tegelijk zijn we samen.
1987
Mijn moeder stuurt me naar Klaas en Klara, de boerderij van de buren. Met een leeg eierdoosje, om eitjes te kopen. Ik ben zes. Ik heb iets leuks voor je, zegt Klaas als ik achterom kom. Het is een kip waar hij zojuist de kop vanaf gesneden heeft. Zonder kop rent ze over het erf.
2011
Ik ben in gesprek met een man met een rood petje in een biologische broodjeszaak in Amerika. Hij zegt dat hij niet begrijpt waarom beroemde mensen zo vaak depressief zijn. Dat hij zich afvraagt wat over friendly betekent. Hoe iemand overvriendelijk kan zijn?