Ik stem niet met mijn verstand. Ik stel me een vraag: door welke lijsttrekker zou ik in een donker steegje van een probleemwijk het liefst worden vergezeld? Door die vraag kwam ik keer op keer uit bij Jan Marijnissen. Ik weet zeker dat Jan iedere eventuele belager met een Hemaworst kordaat de steeg uit zou meppen. Van alle anderen heb ik lagere verwachtingen. Pechtold probeert een gesprek aan te knopen; Asscher begint een redevoering te houden over de normen en waarden van onze samenleving; Klaver gaat er rap vandoor, roepend dat hij nog een belangrijke afspraak heeft; Buma plast in zijn broek; Rutte roept ‘D-d-d-doe normaal pl-pl-pl-pleurop man!’; Van der Staaij prevelt een gebed; Segers prevelt een schietgebed; voor Henk Krol ben ik te jong om voor te sterven; wie vergeet ik nog – oja, maar die moet zelf beschermd worden, dus dan kan ik ook niet verwachten dat hij mij in bescherming kan nemen. En Emile Roemer natuurlijk, maar die zou tot zijn schrik constateren dat hij zijn Hemaworst is vergeten en via een achterdeurtje een obscuur kroegje induiken ofzo.
Als je in een donker steegje in een probleemwijk een belager tegemoet komt, kun je nog maar het beste Marianne Thieme naast je hebben lopen – zij geeft licht in het donker. Of Sylvana Simons, die met haar zelfrespect alle ongure types de stuipen op het lijf jaagt.
Ik acht mijn vraag een effectieve manier om op de juiste partij te stemmen. Tenzij Rita Verdonk ooit in de politiek terugkeert, dan zal ik een andere vraag moeten verzinnen.