‘Kun je een werknemer verplichten om een wapenstok te dragen?’ vraag ik.
‘De driehoek kan alles,’ antwoordt hij. Ze vinden altijd wel een manier als ze willen.
‘Maar wat vind jij?’ vraag ik. ‘Agressie leidt alleen maar tot nog meer agressie toch? Ben jij niet jarenlang voetbalhooligan geweest?’
‘Mijn mening doet er niet toe, meneer de pacifist,’ antwoordt hij. ‘Waarom ben je geen bibliothecaris geworden?’
Ik zucht.
‘Je hoeft hem niet te gebruiken he? Je hoeft hem alleen maar te dragen,’ gooit hij er nog even achteraan.
Diep ademhalen en uitblazen die omhoog kolkende agressie. Zoooo ja…waarom neemt die klootzak mij nooit serieus? Denken aan iets anders. Alpenweide. Chocolade. Liefde. En back in control. Zoals ons is geleerd op de Boa-school.
‘Is er echt geen ruimte voor een alternatief?’ vraag ik.
‘Zoals koetjesreep?’ antwoordt hij met het nodige sarcasme.
Alsof hij mijn gedachten leest, de hufterige klootzak, de slaaf van het establishment, de even overbetaalde als overbodige kutmanager, waarom zit deze ex-voetbalhooligan hier met zijn Mavo en moet ik elke dag de straat op met mijn Havo? Waarom word ik dagelijks bespuugd en geridiculiseerd terwijl deze laag ontwikkelde Neanderthaler hier op kantoor verscholen achter zijn desk non-stop porno kijkt? En mijn nobele vredelievende intenties ridiculiseert?
Ik zou hem nogmaals kunnen vertellen hoe de tegenover elkaar in vechthouding gepositioneerde anti-vaxxer en de ME’er op het museumplein smolten als aardbeienijsjes in de zomerzon nadat ik ze mijn laatste koetjesreep had aangeboden. Hoe de anti-vaxxer de koetjesreep behendig, bijna achteloos, in twee gelijke stukken knakte en deelde.
Ik zou hem nogmaals kunnen vertellen, hoe zij, tegenover elkaar gepositioneerd maar nu in kleermakerszit, Koetjesreep herinneringen uit hun kindertijd ophaalden. Hoe de anti-vaxxer in tegenstelling tot zijn mede-anti vaxxers op gepaste afstand bleef zitten van de ME’er (ruime 1,5) en de ME’er zo beleefd was geweest om in tegenstelling tot zijn anonieme collega’s zijn helm af te doen. Hoe de tank hen beiden platwalste op het moment dat hun lippen elkaar raakten en hoe niemand zich daar om leek te bekommeren.
Ik zou het kunnen doen maar ik weet dat het zinloos is. Ik weet dat er nog maar 1 manier is om mijn punt voor eens en altijd duidelijk te maken. Ik leg mijn wijsvinger op de pulserende gitzwarte wapenstok, trek die in een rechte lijn naar me toe en sla hem in cold blood de hersenpan in.
Zo. Ik heb mijn punt gemaakt en dat mogen ze weten ook. “Koetjesreep boven wapenstok!” Gil ik vlak voor de deuren van het busje achter mij worden dichtgeslagen. “Koetjesreep boven wapenstok!” In mijn gedachten knakken Poetin en Zelensky in een neutrale hooischuur een koetjesreep en leven ze nog lang en gelukkig.