‘Er ontbreekt passie,’ hadden zijn docenten gezegd, ‘kunst is meer dan het beheersen van de techniek, ga op zoek naar je diepste verlangens.’ Ook vonden ze zijn begeleidende teksten slordig.
Afb 33: Dappermarkt. Doorleefd, warm en gezellig als een doorgezakte bank waarop je ‘s avonds neerploft en tussen de plooien nog wat chipskruimels of kleingeld vindt.
Afb. 12: Tram 9. Betrouwbaar, geen poespas, de uitstraling van een tweedehands Volvo. Geen geurboompje aan de spiegel maar wel een veiligheidshesje en een reddingsdeken in de achterbak en de ANWB wegenkaart Benelux in het dashboardkastje.
‘Je hoeft ook niet de ambitie te hebben dat jouw werk in de grote musea van de wereld komt te hangen,’ hadden ze gezegd. Bam, in your face, beste kunstdocenten. Oké, het komt er niet te hangen, het komt er te liggen. In de museumwinkels om precies te zijn. En in elke goed gesorteerde boekhandel.
Afb. 7: Heineken Experience. Een amateuristisch in elkaar gezette inbouwkeuken. Van de buitenkant lijkt alles in orde, maar bij de eerste keer stoofvlees ontploft de afzuigkap.
Afb. 49: Centraal Station. Nieuw, vers uit de verpakking, een onbeschreven blad, een vage geur van potentie.
Zijn werktitel was ‘Het grote poezenboek’, geïnspireerd op het grote poezenboek van Annie M.G. Schmidt en op een ander poezenboek, hij weet even niet van wie, het is tijdelijk niet leverbaar. Hij vond er online wel wat plaatjes van, genoeg om te weten dat het zijne groter zou worden, mooier en vooral échter. Hij is trots op zijn begeleidende teksten. Ze helpen de kijker om meer te zien dan alleen onscherpe, soms onderbelichte stukjes stof en huid, om verder te denken dan fantasieloze omschrijvingen als harig, kaal, flapperig, slobberig en strak.
Afb. 67: Schiphol. Een hete tosti ham-kaas, bereid in een tosti-ijzer waar nog kaasresten van de vorige keer aan plakken. Het best te genieten met gesloten ogen. Niet vergeten de kaasslierten die in je baard blijven hangen weg te vegen.
Afb. 154: Anne Frank Huis. Een vintage wandelrugzak uit de jaren 70 met een versleten leren sluitingssysteem.
Hij doet geen saaie studio-fotografie, geen ik-sluit-me-in-mijn-atelier-op-en-ga-pas-weer-naar-buiten-als-het-af-is kunst. Nee, hij werkt in het wild. Zijn jachtseizoen begint met rokjesdag en loopt tot half september. Met de Engelse toeristen die immuun zijn tegen de kou kan hij het soms nog tot eind oktober rekken.
Afb. 89: Albert Heijn to go. Lichtroze stof: de sfeer van een wasverzachterreclame met meisjesjurken die wapperend in de zomerbries hangen te drogen.
Afb 1: Metro 54. Een soort Billie de boekenkast. Niemand vindt hem mooi maar iedereen kent hem en heeft hem een keer gehad.
Afb 67: Rijksmuseum. Een woekerende voortuin, niet verwaarloosd maar uit liefde overgelaten aan de krachten der natuur. Een mini ecosysteem, met wildbloemen in alle kleuren, krioelende beestjes, zeldzame fungi in de schaduwrijke plekken.
Uiteindelijk noemde hij het ‘De grote catalogus’, want dat was het, en hij wilde geen ruzie met de andere poezenboekauteurs. Hij gaat natuurlijk met de tijd mee; zijn volgende project wordt een videocompilatie.