We waren kampioen geworden en onze trainer dacht dat we allemaal bomvol talent zaten. We waren eerstejaars D-tjes, maar hij schreef ons in voor een toernooi voor C-teams. Achteraf bleek waarom. Hij had een collega die bij OJC in Rosmalen de C1 trainde en daar wilde hij per se van winnen.
We reden er heen in de bestelbus van het bouwbedrijf van onze trainer. Hij deelde Dextro Energy uit in de kleedkamer. We mochten dat tegen niemand zeggen, want het was toch een beetje valsspelen, maar daardoor konden we wel harder hollen en hij wilde deze wedstrijd echt niet verliezen.
We verloren met 24-0. Onze tegenstanders waren twee koppen groter. Gaandeweg de eerste helft kwam de aanvoerder van de tegenpartij erachter dat we nog maar D’tjes waren, omdat we onze corners niet het strafschopgebied inkregen. Hij vroeg aan de scheidsrechter of hij het goed vond dat wij onze corners gewoon half mochten nemen.
Op het eind kreeg ik rood, omdat ik een bal uit het doel sloeg. Ik moest eruit, maar de penalty ging over. Uit vreugde tilde de trainer me op. Hij zei: ’Goed zo, mooi geen 25-0, menneke.’